Hoe de Chinese ervaringen het Koreaanse conflict kunnen helpen oplossen
Sinds een aantal weken zijn de spanningen op het Koreaanse schiereiland weer opgelopen. Misschien bieden de Chinese ervaringen wel een oplossing. Dit artikel verscheen ook als opiniestuk van mij op Chinasquare.
De spanningen zijn terug opgelopen ten noorden van China. Noord-Korea voerde enkele dagen geleden een mislukte rakettest uit, terwijl de Amerikaanse president Trump een vliegdekschip naar de Koreaanse wateren stuurde. Trump mag dan wel ogenschijnlijk een harder standpunt aannemen tegen Noord-Korea, een echt beleid heeft hij nog niet dat het probleem effectief kan oplossen. Een vliegdekschip sturen sturen is één zaak, de situatie blijvend oplossen iets helemaal anders.
Wat wel zeker is dat China een cruciale factor gaat spelen in de oplossing. Zonder China kan de Verenigde Staten niets bewerkstelligen in de region. China is niet alleen de Noord-Koreaanse ideologische grote broer, maar daarnaast ook de bepalende factor in oost-Azië, meer dan de Verenigde Staten dat is. In die zin moet elke oplossing van het Koreaanse conflict, de goedkeuring van China dragen. China heeft natuurlijk wel een ambigue verhouding met Noord-Korea. Langs de ene kant is Noord-Korea nog altijd een oude bondgenoot en medestander, terwijl het tegelijkertijd een welgekomen afleiding vormt om de Verenigde Staten bezig te houden, terwijl China zelf haar invloed vergroot in oost-Azië. Maar langs de ene kant is China op militair vlak nog een papieren tijger die vooral regionale sabiliteit verkiest boven conflict. Het land is zeker niet gebaat bij een conflict op het Koreaanse schiereiland, ook al bevreesd als het is voor een vluchtelingenstroom naar noord-China, een regio die het de laatste jaren economisch jaren al moeilijk genoeg heeft. Die extra druk kan China missen als kiespijn. Wat de Chinese burger betreft, die heeft ook nu niet bepaald zo‘n affiniteit met Noord-Korea. De Chinese bevolking weet net zomin als de de rest van de wereld wat er zich binnen Noord-Korea allemaal afspeelt, en is daar ook helemaal niet in geïnteresseerd ook niet.
Extra druk op Noord-Korea heeft vroeger al niets opgeleverd, en zal ook nu niets opleveren. De Verenigde Staten kunnen Noord-Korea preventief aanvallen, maar zullen dat niet doen. China kan Noord-Korea economisch de duimschroeven aandraaien, maar zal dat ook niet doen voor heel lange tijd. Noch de Verenigde Staten noch China zullen zoiets ondernemen, omdat de kosten daarvoor veel te hoog oplopen, en het de toch al gespannen situatie volledig kan doen escaleren. Niet alleen vecht Noord-Korea al jaren boven haar gewichtsklasse, indien het als een kat in het nauw gedreven wordt, kan het wel eens furieus reageren. Het land kan China gemakkelijk in een conflict meesleuren, waarbij China eigenlijk niets anders kan dan de kant van Noord-Korea kiezen. Het is praktisch ondenkbaar dat het land bij een gewapend conlfict neutraal zal blijven of de kant van de Verenigde Staten zal kiezen. Daarvoor staan beide landen te ver van elkaar. Daarom ook dat het huidige spierballengerol -zonder ongelukige uitzonderingen- waarschijnlijk zal blijven bij wat het is: een impasse zonder oplossing. Noord-Korea is immers al sinds jaren geïsoleerd, is gewend aan de druk, en weet hoe het daarmee moet omgaan. Daar zal China en de Verenigde Staten niets aan kunnen veranderen. Ondanks economische sancties en internationale druk, is het tot op heden nog altijd niet ingestort. Dat blijft onveranderd, net zoals het Amerikaanse beleid ten opzichte van Noord-Korea eigenlijk al jaren onveranderd gebleven is.
Wat echter niet onveranderd is gebleven, is de Noord-Koreaans economische situatie. Sinds 1995 is die enorm veranderd. Noord-Korea heeft in stilte aanpassingen verricht aan hun communistisch economisch model. De beste schattingen gaan er van uit dat op dit moment 40% van het Noord-Koreaans inkomen uit de markteconomie komt, en dus niet van de overheid. De Noord-Koreaans burgers hangen dus veel minder van de overheid af dan vroeger. De overheid tolereert sommige privébedrijven, terwijl ze er tegelijkertijd ook controle over probeert te houden. De Noord-Koreaanse overheid probeert met andere woorden om de markteconomie te controleren, bevreesd als ze is om haar macht langzaamaan te verliezen. In plaats van extra druk uit te oefenen op Noord-Korea is het daarom eerder raadzaam om het land te helpen in een eventuele transitie naar een meer open markteconomie. En het is precies daarbij dat China een cruciale rol kan spelen. Sinds China zich vanaf 1978 opengesteld heeft naar de rest van de wereld heeft het een economisch parcours afgelegd om u tegen te zeggen, en precies gedaan wat Noord-Korea nu zou kunnen doen. Het heeft dus de ervaring en praktische kennis om hoe een politieke communistische koers te varen, en tegelijkertijd een economisch kapitalistisch beleid te voeren. Indien China en de Verenigde Staten beiden voorstellen in die aard kunnen doen aan Noord-Korea gaan we misschien langzaamaan het begin van het einde zien van een conflict dat al meer dan zestig jaren onopgelost gebleven is.